Het boekjaar wijzigen in mede-eigendom: de 5 belangrijkste punten om te weten
De beslissing om de data van het boekjaar te wijzigen is een gevoelig onderwerp bij mede-eigendom. Deze verandering is verre van een simpele formaliteit, maar kan aanzienlijke gevolgen hebben voor het financiële beheer en aanleiding geven tot geschillen bij mede-eigenaren. Hier zijn de 5 essentiële aspecten waarmee u rekening moet houden.
1. Een stemming in een algemene vergadering is verplicht
Allereerst is het belangrijk om te benadrukken dat tot een dergelijke wijziging niet eenzijdig kan worden besloten door de curator of de vakbondsraad.. Volgens de decreet van 14 maart 2005, moet er op de algemene vergadering van mede-eigenaars over worden gestemd.
Deze stemming zorgt ervoor dat de beslissing op een democratische en transparante manier wordt genomen, met instemming van de meerderheid van de mede-eigenaren. Het is daarom illegaal om de uitoefendata te wijzigen zonder deze belangrijke stap te doorlopen.
2.De beslissing moet naar behoren gemotiveerd zijn
Nog een cruciaal punt: het besluit om het boekjaar te wijzigen moet stevig worden beargumenteerd. De curator is verplicht geldige redenen aan te voeren die deze wijziging rechtvaardigen.
Als legitieme redenen kunnen we bijvoorbeeld de wens aanhalen om het boekjaar samen te laten vallen met het kalenderjaar om het inzicht in de rekeningen te vergemakkelijken.
Anderzijds, het wijzigen van het boekhoudritme met als enige doel het uitstellen van uitgaven, het verbergen van begrotingsontsporingen of het tijdelijk vermijden van het onthullen van een verslechterde financiële situatie is niet aanvaardbaar. Mede-eigenaren moeten een duidelijk inzicht hebben in de redenen en verwachte voordelen van deze verandering.
3.Een periode van minimaal 5 jaar tussen twee wijzigingen
De regelgeving biedt waarborgen om vroegtijdige en herhaalde wijzigingen te voorkomen. Zodra de afsluitingsdatum van het boekjaar is uitgesteld, het is niet mogelijk om deze binnen een periode van minimaal 5 jaar opnieuw te wijzigen.
Deze verplichte periode van stabiliteit zorgt enerzijds voor een zekere consistentie in het toezicht op de boekhouding. Aan de andere kant maakt het besluitvormers verantwoordelijk door hen ervan te weerhouden op een opportunistische manier met de boekhoudkalender te ‘spelen’.
Het is daarom belangrijk dat u zeker bent van uw keuze voordat u voor een dergelijke wijziging stemt, nadat u alle gevolgen ervan op de middellange termijn zorgvuldig hebt overwogen. Omdat er eenmaal naar gehandeld is, de mede-eigendom zal het minstens een half decennium moeten volhouden.
4. Gevaar: een slecht opgebouwde wijziging verzwakt de rekeningen
Een wijziging van het boekjaar die onder slechte omstandigheden wordt doorgevoerd, kan de boekhouding van de mede-eigendom ernstig verzwakken. Dit is met name het geval wanneer slecht wordt geanticipeerd op de overgang tussen het oude en het nieuwe boekjaar en er ‘gaten’ ontstaan in de begrotingsmonitoring.
Als bijvoorbeeld deAG stemt om het boekjaar te verlengen van 12 naar 18 maanden zonder adequate financiering te verstrekken; de trustee loopt het risico snel zonder contant geld te komen te zitten en niet langer een duidelijke basis te hebben om geld op te vragen. Dit opent een periode van grote onzekerheid waarin de traceerbaarheid van de uitgaven zeer moeilijk wordt.
Deze situaties van boekhoudkundige onzekerheid, zonder een stabiel boekjaar, leiden tot excessen: uitgaven die zijn gedaan zonder toestemming van de mede-eigenaars, gebruik van niet-toegewezen middelen, uitstel van ondoorzichtige lasten, enz. De nietigverklaring van het bestreden besluit is dan vaak onvermijdelijk.
5.De benadeelde mede-eigenaar kan de beslissing aanvechten bij de rechtbank
Indien de algemene vergadering op onregelmatige wijze een wijziging van het boekjaar goedkeurt, kan iedere mede-eigenaar deze voor de rechtbank betwisten.
Er kunnen meerdere gronden voor geschillen zijn: afwezigheid van een serieuze rechtvaardiging voor de verandering, destabilisatie van de boekhouding of begroting, niet-naleving van de deadline tussen twee wijzigingen, slecht gedefinieerde overgangsregelingen, schade aan controlerechten van mede-eigenaren op de rekeningen...
Als de rechter de gegrondheid van deze argumenten inziet, kan hij de betwiste resolutie louter en alleen nietig verklaren. Het is daarom beter om dit soort beslissingen zorgvuldig juridisch en verantwoord vast te leggen, om het risico van nietigverklaring achteraf te vermijden.
Het aanpassen van oefeningen mag nooit lichtvaardig worden opgevat. Slecht ontworpen of uitgevoerd zonder toestemming van de mede-eigenaren, het is een beslissing met ernstige gevolgen die de rekeningen en het vertrouwen permanent kan destabiliseren. Maar als er goed over wordt nagedacht en er volgens de regels over wordt gestemd, kan het ook een instrument zijn voor optimalisatie en boekhoudkundige transparantie. Alles is dus een kwestie van methode en dialoog.